Vrijdag zitten we wat weer betreft tijdelijk in rustiger vaarwater. De zon laat zich van tijd tot tijd zien en slechts lokaal valt een bui. Althans, tot de avond. De temperatuur komt uit op 14 tot 16 graden en er waait een matige zuidwestenwind, kracht 3 of 4.

In de avonduren bereikt vanuit het westen een nieuwe buienstoring ons land. Met name in de kustprovincies vallen diverse buien, soms ook met onweer en windstoten. De buien houden in de nacht naar zaterdag aan. De meest felle exemplaren vallen in het noordwesten van het land.

Vier tot zes graden tijdens buien?! Ja, zaterdag kan het. De lucht waarin we terecht komen is zaterdag ronduit koud. Op 5 kilometer hoogte vriest het zo'n 38 graden en ook op zo'n 1500 meter hoogte vriest het nog licht. Koude lucht dat door buien vanaf grote hoogte het aardoppervlak bereikt, warmt toch nog iets op, maar veel meer dan 4 tot 6 graden is het niet. Tussen de buien door ligt het kwik rond een graad of 12 en met een matige tot vrij krachtige noordwestenwind

Bij die pittige buien is het niet alleen ronduit kil, maar onweer en korrelhagel behoren ook tot de mogelijkheden. Vooral op de Wadden en langs de noordwestkust is bij buien ook kans op zware windstoten rond 80 km/uur. Landinwaarts wakkert de wind rondom buien ook flink aan. Tussen de buien door is er wel ruimte voor de zon.

In de avond en nacht naar zondag neemt landinwaarts de buiigheid af, maar langs de kust blijven buien gewoon aanhouden. In het binnenland kan het in opklaringen fors afkoelen, lokaal tot wel 5 graden.

Zondagochtend leeft de buiigheid ook landinwaarts weer op. De lucht waarin we zitten is iets minder koud dan op zaterdag, dus de kans op randverschijnselen als onweer en korrelhagel is iets kleiner. Zondagmiddag neemt het aantal buien weer af, ook laat de zon zich dan weer wat vaker zien. Op de meeste plaatsen wordt het één of twee graden warmer dan op zaterdag, maar alsnog iets te koud voor de tijd van het jaar.