Iets heel concreets daarover zeggen is natuurlijk onmogelijk. Grote weerinstituten draaien wel zogenaamde seasonal forecasts en die geven een bepaalde trend aan.

In Europa hebben we de Copernicus Climate Change Service. Deze dienst verzamelt klimaatdata van de diverse weerinstituten over de hele wereld. De data wordt ondermeer gebruikt voor klimaatmodellen en seizoensverwachtingen.

Elke maand komt de dienst rond de tiende met een update van de seizoensverwachtingen. De C3S data van de september run laat het volgende zien voor de wintermaanden december, januari en februari:

Een voorkeur voor een versterkte zonale stroming (meer westenwinden) over de Atlantische Oceaan als gevolg van vaak lagere luchtdruk dan gebruikelijk in het noorden en juist een afwijking naar hogere luchtdruk in het zuiden. 

De grootste temperatuurafwijkingen worden voorzien over het Verenigd Koninkrijk en delen van Scandinavië en de Baltische Staten, grofweg het noorden van Europa. Daarnaast wordt ook in het centrale en oostelijke deel van de Middellandse Zee-regio een duidelijke opwarming verwacht, met regionaal ook meer neerslag. Alle drie de maanden verlopen gemiddeld warmer dan normaal.

Natuurlijk wel. De verwachtingen geven een beeld voor een lange periode die ook nog eens ver weg is. In een kaartje wordt een gemiddeld beeld voor drie maanden gegeven. In die termijn kunnen natuurlijk makkelijk perioden zijn die veel warmer maar ook veel kouder kunnen zijn. Periodes met winterweer zijn dus zeker niet afgeschreven.

Maar eerst nog de herfst. Wordt het nat en winderig of juist rustig met veel zonneschijn? De C3S kaarten laten een warmer dan gebruikelijke trend zien voor de herfstmaanden en er is een signaal dat oktober natter verloopt, met name in het noorden van ons land. Ook voor de herfstmaanden zien we berekeningen die voor een (dominante) westcirculatie gaan.

Europa: ECMWF (EU), Met Office (VK), Meteo-France (Frankrijk), DWD (Duitsland) en CMCC (Euro-Mediterrane Centrum voor Klimaatverandering).

Buiten Europa: NCEP (VS), JMA (Japan), ECCC (Canada) en BOM (Australië) hun bijdrage.