Eerste lokale zomerse dag een feit

9 mei 2022 18:30 uur Update: 9 mei 2022 19:12 uur

In Ell steeg het kwik om 16:10 uur naar 25,1 graden en daarmee was de eerste lokale zomerse dag van 2022 een feit. Uiteindelijk werd het 25,8 graden

Om van een zomerse dag te kunnen spreken moet het op één van de officiële meetpunten in ons land 25 graden of meer worden. De eerste lokale zomerse dag is iets later dan gebruikelijk. Normaal stijgt het kwik ergens in het land op 1 mei tot boven 25 graden. De vorige keer dat het ons land 25 graden werd was op 10 september 2021.

Het kwik steeg in Ell uiteindelijk naar 25,8 graden. Ook in Eindhoven (25,3 graden) en in Arcen (25,0 graden) was het zomers warm. In De Bilt werd het 22,7 graden en was van een zomerse dag geen sprake.

Gemiddeld, over de klimaatperiode 1991-2020, wordt de eerste zomerse dag rond 1 mei gemeten. Dit jaar is de eerste lokale zomerse dag dan ook iets later dan gebruikelijk. Zomerse dagen komen overigens steeds vroeger voor in ons klimaat. Dertig jaar geleden steeg het kwik pas rond 17 mei tot boven 25 graden.

In 1984 moesten we het langst wachten op een lokale zomerse dag. Pas op 19 juni kwam het kwik voor het eerst ergens in ons land boven 25 graden uit. In ons huidige, opwarmende, klimaat zullen we dit niet snel meer meemaken.

In het verleden is het zelfs een paar keer voorgekomen dat op een enkel weerstation de 25 graden helemaal niet werd gehaald. In Den Helder werd in 1910, 1916, 1940 en in 1956 geen zomerse dag genoteerd en in 1956 werd het zelfs niet warmer dan 24,4 graden. Ook in Vlissingen is het wel eens voorgekomen dat de zomerse grens van 25 graden niet werd gehaald. Dat was in 1907 en in 1965 het geval. In 1965 was de hoogste temperatuur 24,1 graden.